ln oude tijden had een Venlonaar laten rondbellen, dat hij zou gaan
vliegen. Op het bepaalde uur stonden de Venlonaren, die daar voor hadden betaald, met
honderden op de Markt te gapen naar de vlieger, die zich aan iedere arm een kleine
korenwan had bevestigd. Hij stond juist gereed om de lucht in te gaan en had het kijkgeld
al in zijn zak, toen hem inviel, dat hij nog een kleinigheid had vergeten, zonder kon hij
niet vliegen. Hij verontschuldigde zich dus met te zeggen, dat hij die kleinigheid nog
even moest halen en beloofde de toeschouwers te zullen draven en direct terug te keren. |