|
|
|
Sint Willibrordus ging naar Aldeneijck om zijn klooster een bezoek te
brengen. De wegen waren al zo lang en om zich wat weg te sparen sloeg de heilige een
voetpad in dat door het korenveld van een rijken grondbezitter lag. |
|
Toen deze dit zag, begon hij de heilige uit te schelden en te dreigen. De
metgezellen van Willibrordus wilden de man de mond doen houden maar de heilige verkoos de
omweg. |
|
En waar Willibrordus was gegaan, waren de plassen en hobbeligheden
verdwenen en lag er een groene effen baan. |
|
Deze groene weg heet nu nog de Sint Willibrordusweg en het gras dort er
nooit, ook niet in de winter. |
|
Maar de man, die op de heilige had gescholden en gedreigd, stierf reeds de
volgende dag een schielijke dood. |