|
|
|
Deze uitroep van verwondering, die lange tijd in gebruik is geweest bij de
boeren van de streek, zou zijn oorsprong hebben gehad in de onvergelijkelijke schoonheid
van Marie, de enige dochter van een heer te Oirsbeek. Vele ridders vroegen haar om de
hand. Maar daar niet een van hen haar in schoonheid gelijk kwam, werd zij ontroostbaar en
stierf van een geheim verdriet. |
|
Na haar dood hoorden de bewoners van de streek op de plaats, waar vroeger
het kasteel van haar vader stond, lange zuchten stijgen uit het riet. Marie werd te
Oirsbeek begraven en alle jaren kwamen de jonge dochters van het dorp een palmtak steken
op haar graf. Volgens anderen was Marie een heks. Zij verstootte al haar vrijers en maakte
ze zo wanhopig dat zij haar naam, als in waanzin, gedurig uitriepen. |
|
Op haar beurt werd Marie verliefd op een jonker van Amstenrade. Deze
versmaadde haar omdat zij geen goede naam had. Dat trok zij zich aan en stierf van
verdriet. |
|
Op haar doodsbed vermaakte zij Oirsbeek aan Amstenrade, die van toen af
aan verenigd bleven. |