|
|
|
ln het klooster te...., hoorde een van de paters bellen, tegen de tijd dat
de kloosterlingen gewend waren naar bed te gaan. Hij lette er eerst niet op, maar toen het
met tussenpozen bleef doorgaan dacht hij bij zich zelf, hoort de broeder portier het
geluid niet? Daar het nog steeds door ging met bellen verliet hij zijn cel, ging naar zijn
medepaters en vroeg of zij niet hadden horen bellen. |
|
Zij verzekerden hem, niets te hebben gehoord. Hij wilde het niet geloven,
hij had het te duidelijk gehoord. Toen vroeg hij het aan de broeder portier. Maar deze had
ook niets gehoord. |
|
Ondertussen duurde voor hem het luide gebel maar steeds voort. Hij ging
met de portier naar de poort, opende de poort en zag niets dan nacht. |
|
De volgende morgen kreeg hij bericht dat zijn moeder overleden was op het
zelfde uur als het aanhoudelijk gebel. |