|
|
|
De nieuwe klok voor de kerk van Swolgen werd in de toren
gehesen, juist toen de duivel, in de gedaante van een zwarte heer, daar voorbij kwam. Zij
zou de volgende dag worden gedoopt. |
|
De duivel liet het zover niet komen. Hij kroop s
nachts in de toren, haalde de klok en de klepel eruit en vloog ermee weg. |
|
Een inwoner van Swolgen, die even na middernacht langs de
kuil kwam, die nu nog de "Klokkenkuil" heet, hoorde daar plotseling een
geweldige plons, zag blauwe vlammen en rook opslaan en vernam de klank van een klok. Maar
zo klagend. |
|
Toen nu de volgende morgen de klok zou worden gedoopt,
bleek ze verdwenen. De verwondering om de verdwijning en het verdriet om de schade waren
groot. De boer, die s nachts de plons en dat vuur had gezien en dat gelui had
gehoord, bracht spoedig de opheldering. |
|
Nu nog kunnen de Swolgenaren hun klok horen luiden, mits ze
in de Kerstnacht naar de Klokkenkuil gaan en daar midden in een kuil een geldstuk werpen. |