Ook te Stein weet men nog van een vurige wagen. Daar leefde
vroeger een heer op het slot, de schrik van zijn gelijken en de plaag voor zijn
onderhorigen. Maar hij is door God gestraft en gedoemd om 's nachts op een vurige wagen te
worden rondgereden langs alle plaatsen, waar hij zijn euveldaden bedreef. Tegen één uur
heeft hij zijn ronde gedaan en stort hij zich met de wagen van boven de berg af bij Elsloo
in de Maas. Blauwe vlammen en rook slaan even uit de rivier, sissen en het water sluit
zich weer boven de verdoemde ziel. |