|
|
|
Op de Ketelberg, ongeveer een half uur van Venlo, werden s nachts
vuren gezien. Zij werden toegedicht aan de aardmannetjes. |
|
In Limburg worden soms hier en daar in de grond korte dikke rookpijpjes,
ook feeënpijpen genoemd, gevonden. Zij lijken veel op de pijpjes, die de heidenen bij hun
reukoffers gebruikten, om zich te bedwelmen, te verdoven en in verrukking te raken. Het
volk gelooft, dat de reuzen, alven, feeën en aardmannetjes in oude tijden uit die
eigenaardige pijpjes hebben gerookt. |
|
Te Maasbree bleef bij een brand in de achttiende eeuw, die twee en twintig
huizen vernielde, één huis te midden van de afgebrande woningen gespaard; er lekte zelfs
geen vlam aan. Dit huis had in de tijd, dat de aardmannetjes nog te Maasbree woonden,
behoord aan iemand, die zijn huisraad en alles, wat de mannetjes gewoonlijk nodig hadden,
steeds aan het kleine volkje leende. Daarom bleef dat huis gespaard. |
|
Ook hier werden de kleine geesten door het luiden van de avondklok
verbannen. |
|
De aardmannetjes hebben ook gewoond op "de Pijperberg" te Haelen
en bij " de Bisschop" tussen Nunhem en Heijthuizen. |
|
Dat ze er verdwenen zijn, daar weten de kosters meer van, want die hebben
de avondklok geluid en daar konden de kleine ventjes nu eenmaal niet goed tegen. |
|
Te Venlo kwamen de Alvermannetjes tijdens het luiden van de avondklok, ten
oosten van de stad uit de grond en dansten op de lunet Beerendonk. |