DE LITERAIRE TOP 100 ALLERTIJDEN

  1. Sprookjes - H.C. Andersen
  2. Emma - Jane Austen
  3. Verhalen - Isaac Babel
  4. Vader Goriot - Honoré de Balzac
  5. Opperlandse taal- & letterkunde - Battus
  6. De avonturen van Augie March - Saul Bellow
  7. Spiegelbeeld - Erwin Blumenfeld
  8. Decamerone - Boccaccio
  9. Biljarten om half tien - Heinrich Boll
  10. Kapellekensbaan / Zomer te Ter-Muren - Louis-Paul Boon
  11. Blokken / Knorrende beesten / Bint - F. Bordewijk
  12. De Aleph - Jorge Luis Borges >>
  13. Woeste hoogten - Emily Bronte
  14. Bezonken rood - Jeroen Brouwers
  15. Onzichtbare steden - Italo Calvino
  16. De pest - Albert Camus
  17. Het Martyrium - Elias Canetti
  18. Andere stemmen, andere kamers - Truman Capote
  19. Alice in Wonderland -Lewis Carroll
  20. Dood op krediet - Louis-Ferdinand Celine >>
  21. Don Quichot - Cervantes
  22. Het verdriet van België - Hugo Claus
  23. Hart der duisternis - Joseph Conrad
  24. Rayuela: een hinkelspel - Julio Cortazar
  25. De boeken der kleine zielen - Louis Couperus
  26. Ik Jan Cremer - Jan Cremer
  27. De goddelijke komedie - Dante Alighieri
  28. Robinson Crusoë - Daniel Defoe
  29. David Copperfield - Charles Dickens
  30. Berlijn Alexanderplatz - Alfred Döblin
  31. Misdaad en straf - F.M. Dostojewski
  32. De naam van de roos - Umberto Eco >>
  33. Van de koele meren des doods - Frederik van Eeden
  34. Lijmen / Het been - Wilem Elsschot
  35. Een nagelaten bekentenis - Marcellus Emants
  36. Madame Bovary - Gustave Flaubert
  37. Effi Briest - Theodor Fontane
  38. Het achterhuis - Anne Frank
  39. Het lijden van de jonge Werther - Johann Wolfgang Goethe
  40. Dode zielen - Nikolaj Gogol
  41. Heer der vliegen - William Golding
  42. Oblomow - I.A. Gontsjarow
  43. De bot - Gunter Grass
  44. Dat hebben we gehad - Robert Graves
  45. De rode letter - Nathaniel Hawthorne
  46. De brave soldaat Svejk - Jaroslav Hasek
  47. Voor wie de klok luidt - Ernest Hemingway
  48. De donkere kamer van Damocles - Willem Frederik Hermans
  49. Ilias & Odyssee - Homerus
  50. Dood weermiddel - F.B. Hotz
  51. Heerlijke nieuwe wereld - Aldous Huxley
  52. Wat Maisie wist - Henry James
  53. Opwaaiende zomerjurken - Oek de Jong
  54. Ulysses - James Joyce
  55. Het proces - Franz Kafka >>
  56. Duizend kraanvogels - Yasunari Kawabata
  57. De geverfde vogel - Jerzy Kosinski
  58. Gevaarlijk spel met de liefde - Choderlos de Laclos
  59. Zonen en minnaars - D.H. Lawrence
  60. Lichtzinnige herinneringen - Paul Leautaud
  61. De fikser - Bernard Malamud
  62. Alleen op de wereld - Hector Malot
  63. De Toverberg - Thomas Mann
  64. Honderd jaar eenzaamheid - Gabriel Garcia Marquez
  65. Moby Dick - Herman Melville
  66. Winnie de Poeh - A.A. Milne
  67. De aanslag - Harry Mulisch
  68. Max Havelaar - Multatuli
  69. Geheugen spreek - Vladimir Nabokov >>
  70. De uitvreter / Titaantjes /Dichtertje - Nescio
  71. Rituelen - Cees Nooteboom
  72. De boerderij der dieren - George Orwell
  73. Het rusteloze graf - Palinurus
  74. Dokter Zjivago - Boris Pasternak
  75. Verhalen - Edgar Allan Poe
  76. De nacht der Girondijnen - J. Presser
  77. Op zoek naar de verloren tijd - Marcel Proust
  78. Stijloefeningen - Raymond Queneau
  79. De avonden - Gerard Reve >>
  80. Portnoy's klacht - Philip Roth
  81. Alle verhalen - Saki
  82. De vanger in het koren - J.D. Salinger
  83. Walging - Jean-Paul Sartre
  84. Rood en zwart - Stendhal
  85. Sentimentele reis - Laurence Sterne
  86. Bekentenissen van Zeno - Italo Svevo
  87. Gullivers reizen - Jonathan Swift
  88. Kees de jongen - Theo Thijssen
  89. Vaders en zonen - Iwan S. Toergenjew
  90. Anna Karenina - Leo N. Tolstoj
  91. Vijftien beroemde verhalen - Anton Tsjechow >>
  92. Huckleberry Finn - Mark Twain
  93. De koperen tuin - Simon Vestdijk
  94. Candide - Voltaire
  95. Arthur, koning voor eens en altijd - Terence H. White
  96. Het portret van Dorian Gray - Oscar Wilde
  97. Terug naar Oegstgeest - Jan Wolkers
  98. Naar de vuurtoren - Virginia Woolf
  99. Hadrianus' Gedenkschriften - Marguerite Yourcenar
  100. De Bijbel

Deze lijst werd samengesteld ter gelegenheid van de Literatuur-promotion van de Bijenkorf in 1984.
Hieraan werkten mee: Maarten Biesheuvel, Cees Buddingh', Kees Fens, Maarten 't Hart, Jaap Goedegebuure, Hella S. Haasse, Doesjka Meijsing, Carel Peeters, Ethel Portnoy, Martin Ros en Nico Scheepmaker.

Voor boeken op het Internet: Books On-Line: Authors
Nog enkele gerenommeerde schrijvers: Great Writers and Poets

John Steinbeck
William Faulkner
Jack Kerouac
Scott Fitzgerald
John Irving

50 Citaten

Mannen kijken naar vrouwen om ze te zien; vrouwen kijken naar mannen om gezien te worden - Normand

Loop nooit een tram of een vrouw achterna: over vijf minuten komt een andere - Simplicissimus

Het huwelijk is als een belegerde vesting: die er buiten zijn willen er in, en die er in zijn willen er uit - Arabisch spreekwoord

De echtscheiding is zowat van dezelfde datum als het huwelijk;
ik geloof dat het huwelijk slechts een week of wat ouder is - Voltaire

Raadgeven is als kussen: het kost niets en het is prettig - H.W. Shaw

De schoonheid is misschien een bepaalde soort lelijkheid, die ons goed staat - Jean Dolent

Ter wille van de schoonheid trouwen is als een landgoed kopen om de rozen. Ja, het laatste ware nog verstandiger, want de rozentijd komt jaarlijks terug - Kotzebue

De onschuld van de man heet eer; de eer van de vrouw heet onschuld - Ebner-Eschenbach

De ezel die veel boeken draagt is daarom niet geleerd - Deens spreekwoord

Het is dikwijls moeilijk een vraag even dom te beantwoorden als zij gesteld is - Otto Weiss

Het is gemakkelijker een leeg hoofd te dragen dan een vol - Otto Weiss

Een moedig man sterft slechts eenmaal, een lafaard sterft zijn hele leven lang - Nelson

Wie alles voor gemakkelijk houdt zal vele moeilijkheden hebben - Lao-Tze

De meesten gebruiken de beste helft van hun leven om de tweede ongelukkig te maken - La Bruyère

Het is met het geluk als met zijn bril: men zoekt hem en men heeft hem op zijn neus - Fliegende Blätter

Het is altijd goed waarheid te spreken. Men behoeft dan niet te onthouden wat men zegt - Zakenwereld-epigr.

Het is beter te zwijgen en een dwaas te worden genoemd, dan te spreken en alle twijfel daaromtrent weg te nemen - Zakenwereld-epigr.

Het komt er niet op aan hoe oud men is, maar hoe men oud is - Fliegende Blätter

Het voordeel van sterven is, dat men wordt geprezen door de overlevenden, vaak zonder enige andere verdienste dan dat men er niet meer is - La Bruyère

De luiheid is een graf, waarin men zich levend begraaft- De Bourdonné

Een oordeel kan weerlegd worden, een vooroordeel nooit - Ebner-Eschenbach

Hoe moeilijker een politiek vraagstuk is, des te meer mensen die zich in staat achten het op te lossen - G. le Bon

Een partij is de dwaasheid van velen ten behoeve van het voordeel van weinigen - Pope

Een volk van slaven verdient een regering van tirannen - B. Franklin

De ziekten die de groei der mensheid aanduiden, noemt men revoluties - Hebbel

De trots van de proletariër is de onbeschoftheid - Raoul de la Grasserie

Het ideaal is niets anders dan de waarheid op een afstand - Lamartine

Overdrijving is de leugen van eerlijke mensen - Joseph de Maistre

Wee degenen, die nooit ongelijk hebben: ze hebben nooit gelijk - Pr de Ligne

Wij zijn er niet tevreden mee, gelijk te hebben, als we niet kunnen bewijzen dat anderen ongelijk hebben - Hazlitt

Men brengt zijn kwaad humeur in een systeem en noemt het pessimisme - Max Nordau

Een pessimist is een optimist die zijn theorieëen in praktijk heeft willen brengen - Anonymus

De maniak: een bevoorrecht sterveling, die slechts één enkele dwaasheid heeft - Decourcelle

Het is minder de rijkdom, die de mensen bederft, dan het nastreven van rijkdom - De Bonald

Velen geven liever trompetterend een gulden dan in stilte een cent - Laurillard

Een gierigaard en een vet zwijn worden pas bij hun dood nuttig - Logau

Toeval is het pseudoniem van God - Mme de Girardin

Wat is de mens toch dwaas! Geen kaasmijt kan hij maken, en hij maakt goden en heiligen bij dozijnen - Montaigne

De ongelukkigste mens is hij die zich daarvoor houdt - Henry Home

Men kan niemand iets leren; men kan hem alleen helpen het binnen zichzelf te vinden - Galilei

Wie altijd ontevreden is over de anderen, lijdt gewoonlijk aan te grote tevredenheid over zichzelf - Sirius

Menigeen kan geen denker worden omdat hij een te goed geheugen heeft - Nietzsche

Bij verstandige mensen gelooft men niet aan hun dwaasheden: wat een inbreuk op hun mensenrechten! - Nietzsche

Onder beschaafde mensen is een nuance een afgrond - Paul Courty

Slechts de grote schrijvers durven eenvoudig schrijven - Etienne Rey

De kunst van de schrijver bestaat vooral hierin, ons te doen vergeten dat hij woorden gebruikt - H. Bergson

A dirty mind (oh, sorry, a thing of beauty) is a joy forever - Keats

Kennis is macht - Bacon

Niets is zeker dan dat niets zeker is - Plinius

Er is niets nieuws onder de zon - Prediker

Zie ook: Citatenpagina Opkamer


Louis Ferdinand Céline (pseud. van L. Destouches) (1894 - 1961)

Na een in armoe doorgebrachte jeugd die hij met satirische overdrijving in de roman Mort a credit (1936) geschilderd heeft, begon Celine op zijn 12e jaar in een fabriek te werken. In 1912 meldde hij zich vrijwillig bij de Franse cavallerie. Na de eerste Wereldoorlog studeerde hij medicijnen en werd vervolgens lid van een medische commissie van de Volkenbond. Reizen naar Afrika en de V.S. verschaften hem materiaal voor de roman Voyage au bout de la nuit (1932). Deze roman, waarin Celine elementen van de volkstaal ('argot') gebruikt, is episodisch; een zekere eenheid krijgt hij slechts door de persoon van de held Ferdinand Bardamu, die in de eerste Wereldoorlog deserteur en zenuwpatient wordt, in Afrika de uitwassen van het kolonialisme leert kennen en in Amerika in de Ford-fabrieken te Detrot een industriele hel aantreft. Met het verschijnen van dit boek werd Celine snel beroemd. Ook de 'Pravda' juichte het werk toe. Na een bezoek schreef Celine echter een bijtende aanval op de Sovjet-Unie (Mea Culpa, 1936). Celine's politieke houding werd steeds meer anti-semitisch, Duitsgezind en vijandig jegens Engeland en de V.S. Na de nederlaag van Frankrijk werd hij door de Duitse bezetters geduld; het pamflet Les beaux draps waarin hij zijn politieke aanvallen tegen de Derde Republiek voortzette, verscheen 1941 te Parijs. In 1944 vluchtte hij en vond een asiel in Denemarken. Later mocht hij naar Frankrijk terugkeren; hij leefde als armendokter. In D'un chateau a l'autre(1957) schildert hij grotesk en luguber de verbanning van de regering Pétain aan het eind van de tweede Wereldoorlog naar Sigmaringen.

fragment uit Reis naar het einde van de nacht :
Als je in Amerika voor weinig geld wilt eten, kun je een warm broodje met een worstje kopen, 't is handig, je kunt ze krijgen op de hoek van elk straatje, helemaal niet duur. Ik vond 't echt niet erg om in de arme buurt te eten, maar om nooit meer die mooie meisjes bestemd voor de rijke kerels te zien, dat zat me dwars. Want dan heeft 't ook geen zin meer om te eten.
In de Laugh Calvin kon ik op die dikke tapijten tenminste nog doen alsof ik iemand zocht tussen al die te mooie vrouwen bij de ingang, en langzamerhand zou ik dan misschien wat meer durf krijgen in die troebele sfeer. Als ik er over nadacht, moest ik toegeven dat die jongens van de Infanta Combitta eigelijk wel gelijk hadden gehad, na al m'n ervaringen zag ik wel in dat ik er maar vreemde ideeen op na hield voor een arme mieter. Met recht hadden m'n kameraden van de galei me uitgekafferd. Maar intussen was ik nog steeds moedeloos. Ik ging wel telkens weer nieuwe porties film halen, zo hier en daar wat, maar dat was net voldoende om weer de nodige fut te krijgen voor een paar wandelingen. Meer ook niet. In Afrika had ik echt wel een soort eenzaamheid meegemaakt die niet in je kouwe kleren ging zitten, maar het verlaten gevoel dat je in deze Amerikaanse mierenhoop kreeg benauwde je nog meer.
Ik was er altijd bang voor geweest, dat ik van binnen praktisch niet één werkelijke reden had om te bestaan. Na alles wat er gebeurd was stond het nu onomstotelijk voor me vast, dat ik helemaal niets te betekenen had als individu. In deze omgeving, die zo totaal verschilde van de mijne, waarin ik m'n eigen nietszeggende leventje leidde, was ik om zo te zeggen meteen in het niet opgelost. 't Was gewoon alsof ik al haast niet meer bestond. Ik ontdekte, zodra er om me heen geen sprake meer was van vertrouwde dingen. dat ik onherroepelijk in een dodelijke verveling wegzonk, een weeig, afgrijselijk soort geestelijke catastrofe. Om kotsmisselijk van te worden.