Wijn


Zwak alcoholische drank, bereid door natuurlijke gisting van druiven (Vitis vinifera). Hierbij wordt de in de druiven aanwezige suiker door de op de schillen aanwezige gistcellen omgezet in alcohol. Kwaliteit wordt bepaald door het druiveras en de omstandigheden (klimaat, bodemsoort), waaronder de wijnbouw plaatsvindt. De meeste wijnbouwgebieden liggen tussen de 30e en 50e breedtegraad. De oorsprong van de wijn ligt in het Midden-Oosten. Door de Grieken, die als eersten de wijn wisten te conserveren in met hars afgedichte vaten (amfora's), en de Romeinen kwam de wijnbouw in West-Europa. De grootste huidige producenten zijn Frankrijk en Italië.

Druiven worden geteeld langs stokken en draden; in de winter wordt de plant tot op één tak gesnoeid, die in het voorjaar uitloopt en de nieuwe oogst levert (na de verwoestende werking van de druifluis, die in 1863 in Europa begon, zijn de Europese rassen geënt op de wortels van Amerikaanse wijnstokken, die resistent zijn voor deze parasiet). In het najaar worden de druiven geoogst en geperst (meestal hydraulisch). Bij rode wijn (waarvoor uitsluitend blauwe druiven worden gebruikt) laat men de geperste druiven met schil en al gisten. Na deze eerste (wilde) gisting wordt de wijn overgebracht in fusten en tanks, waarin de nog resterende vaste bestanddelen bezinken. De wijn wordt daarna regelmatig in schone fusten of tanks overgebracht om dan na twee jaar gebotteld te worden en op fles tot volle rijpheid te komen. Bij witte wijn worden de schillen vóór het gistingsproces verwijderd. Is het gistingsproces stilgelegd vóór alle suiker is omgezet, dan krijgt men zoete wijn. Bij droge wijn (sec) is de omzetting volledig geweest. Gisten de schillen in het beginstadium mee (12 tot 24 uur), waardoor iets van de kleurstof in het sap wordt opgenomen, dan ontstaat rosé wijn. Wanneer de wijn nog veel kooldioxyde bevat (gevormd tijdens het tweede gistingsproces), krijgt men een mousserende wijn (champagne, sekt). Men spreekt van versterkte wijnen wanneer het alcoholpercentage door toevoeging van wijnalcohol verhoogd is (sherry, port, samos). Het etiket op de fles geeft het gebied van herkomst, de soort en de kwaliteit van de wijn aan. Belangrijk is vooral de aanduiding die een garantie geeft voor de kwaliteit van de wijn (Appellation Controlée, Qualitätswein mit Prädikat e.d.).


bordeauxwijnen

Wijnen afkomstig uit Bordeaux en omgeving, het grootste gebied dat wijnen produceert. De beste rode wijnen komen uit de Médoc (met o.a. de AC's Haut-Médoc, Médoc, enz.) en St.Émilion. Witte, vaak zoete bordeauxwijnen komen o.a. uit Graves. Andere bekende gebieden zijn Entre-Deux-Mers (veel witte) en Bourg en Blaye. Sommige gemeenten hebben een eigen appellation contrôlée (AC): Pauillac, Margaux, St.-Estèphe, enz. Enkele termen die men op het etiket kan aantreffen: château = (wijn)kasteel; mise du château = gebotteld op het eigen wijngebied; cru = klasse (betekende oorspronkelijk gewas); cru classé = een van de vijf geklasseerde crus van de Médoc (classificatie van 1855); supérieur = een wijn met 1% meer alcohol dan het vastgestelde minimum. Waar de bourgogne uitbundig en overdadig is, is de bordeaux deftig en gereserveerd.

bourgognewijnen

Wijnen uit de Franse Bourgognestreek, die uiteenvalt in de gebieden Chablis, Côte de Nuits, Côte de Beaune, Chalonnais, Mâconnais en Beaujolais. Chablis produceert zeer goede witte wijnen; de Côte de Nuits de mooiste rode (o.a. Montrachet, Corton, la Tâche, Clos de Vougeot, Chambertin); de Chalonnais heeft o.a. de witte Mercurey, de Mâconnais de witte Pouilly Fuissé; de Beaujolais is vooral bekend van de beaujolais primeur. Bourgogne produceert driemaal zoveel rode als witte wijnen. De bourgognes zijn uitbundige, weelderige wijnen. Belangrijkste wijnstad is Beaune, waar jaarlijks de grote bourgognes geveild worden. Hier zijn gevestigd de Hospices de Beaune, in 1443 gesticht door Nicolas Rolin, die een groot aantal wijngaarden bezitten, waarvan de opbrengst bestemd is voor het ziekenhuis.

wijnen, Duitse

Voor het belangrijkste deel witte wijnen, die voor hun kwaliteit zeer afhankelijk zijn van gunstig weer. De Duitse wijnproduktie bedraagt 1/7 van die van Frankrijk. De wijngaarden liggen voornamelijk langs de Rijn met zijrivieren en in Rijnland-Palts. De Riesling is er het belangrijkste druiveras en levert nagenoeg alle kwaliteitswijnen. Duitse wijnen hebben wettelijk drie kwaliteitstrappen: Deutscher Tafelwein, Qualitätswein bestimmter Anbaugebiete (Q.b.A.) en Qualitätswein mit Prädikat (Q.m.P.). De vijf predikaten voor de topwijnen zijn: Kabinett, Spätlese, Auslese, Beerenauslese en Trockenbeerenauslese.

wijnen, Elzasser

Witte wijnen, genoemd naar de druiverassen waarvan ze gemaakt zijn: Riesling, Gewürztraminer, Sylvaner, Muscat, Pinot gris (ook wel Tokay d'Alsace geheten), Chasselas en Knipperlé. De twee laatstgenoemde (mindere wijnen) worden doorgaans niet op fles gebracht, maar als open wijn in café's en restaurants geschonken. Zwicker en Edelzwicker zijn gemaakt van druiven van eenvoudige komaf. De droge wijnen, geroemd om hun zuiverheid en 'eerlijkheid', wedijveren als tafelwijn zelfs met de befaamde witte Bourgogne.

champagne

Mousserende wijn uit de Franse landstreek Champagne en tevens de naam van het produktieproces dat wijn moet ondergaan om de naam champagne te mogen dragen. De Montagne de Reims is beplant met blauwe pinot-noirdruiven, terwijl de oosthelling beplant is met witte chardonnaydruiven, waarvan de blanc de blancs wordt gemaakt. In Reims staan de grote champagnehuizen, zoals Heidsieck, Veuve Clicquot Ponsardin, Taittinger en Roederer.

port

Versterkte wijn (ca. 17% alcohol) uit het Dourodal en de streek rond Oporto, Portugal. De wijn wordt versterkt door toevoeging van een plaatselijke brandy, die de gisting voortijdig stopzet, waardoor de wijn door de druivesuiker zoet blijft. Witte port, de minst zoete, is een gebruikelijk aperitief. Rode port wordt vooral na het diner gedronken.

Sekt

(It.: vino secco = droge wijn) Naam voor mousserende Duitse wijnen van het champagnetype. Gewoonlijk iets fruitiger en zoeter dan de Franse champagne. Men onderscheidt drie kwaliteitsklassen: gewone Schaumwein, Sekt en Qualitätswein b.A. (d.w.z. bestimmter Anbaugebiete).

sherry

Spaanse wijn uit het gebied rond Jerez de la Frontera. Wordt gedronken als aperitief en in de meeste gevallen (90%) gemaakt op basis van het sap van de palomino-druif. Drie maanden na gisting van de most wordt de jonge wijn versterkt met zuivere wijnalcohol tot een alcoholpercentage van 15-16%. In open fusten gist de wijn dan (o.i.v. flor-schimmel) verder in de bodega's. De eigenlijke sherry wordt verkregen door het vermengen van wijn uit een stelsel van vaten van wijn uit opeenvolgende jaren (een zg. solera). Twee hoofdtypen: Fino (ca. 16% alcohol) en Oloroso (tot 18%). Het Fino-type, waartoe naast de Fino ook de Amontillado en de Manzanilla gerekend worden is lichter van kleur en smaak dan de goudbruine Oloroso. Behalve deze is er ook nog de sherry op basis van de Pedro Ximenez-druif. Deze sherry (ca. 10% van het totaal) is zeer zoet. Vermenging van de Ximenez-sherry met de Oloroso-sherry levert Cream sherry Op het etiket van de fles treft men gewoonlijk een Engelse aanduiding voor het karakter aan zoals dry (voor niet zoete sherry) en pale (voor lichtkleurige sherry).



Terugkeren naar Inhoudsopgave


Laatst bijgewerkt door 17 januari 1997 door René Vek