| Overzicht
Achtergronden | <
Vorig artikel | Volgend
artikel > |
Eigenschappen
van een Steunpunt en aandachtspunten i.v.m. het functioneren ervan.
De Stichting
Vrijwillig Leven stelt zich voor dat een Steunpunt, wil het in een
behoefte voorzien en een redelijke kans maken door zowel de overheid
als door brede lagen van de bevolking te worden geaccepteerd, aan
een aantal eisen zal moeten voldoen. De hieronder vermelde gewenste
eigenschappen en zorgvuldigheidseisen zijn een summiere samenvatting
van ideeën en meningen die door bestuur en adviseurs van de Stichting
in de afgelopen jaren zijn geformuleerd en enigszins uitgewerkt (zie
bijlage 1). Ze moeten worden beschouwd als voorlopige richtlijnen
die, aan de hand van ervaringen die hopelijk in de komende jaren zullen
worden opgedaan, uiteraard aangepast en/of gewijzigd kunnen worden.
Enkele
eigenschappen van een Steunpunt
- De voorziening
dient goed bereikbaar te zijn; zou mogelijk in een reeds bestaand
zorgcentrum gevestigd kunnen worden
- De toegang dient laagdrempelig, dus cliënt-vriendelijk te zijn
- De medewerkers worden op de laatstgenoemde eigenschap geselecteerd;
hun aantal zal aanvankelijk beperkt zijn tot enkele gekwalificeerde
personen waaronder een arts, een psycholoog en een verpleegkundige
of maatschappelijk werker. De eerste gesprekken (intake) worden liefst
met een van deze laatste twee gevoerd.
- Er dient duidelijkheid te zijn omtrent de te bieden hulp en er is
volstrekte vertrouwelijkheid.
Zorgvuldigheidseisen
Het Steunpunt
dient na te gaan:
- of de hulpvrager een ingezetene van Nederland is
- of bij de hulpvrager sprake is van een aanhoudend verlangen naar
levensbeëindiging
- of het verzoek in vrijheid is gedaan
- of er een deugdelijke wilsverklaring is gedeponeerd
- of er alternatieven zijn overwogen (levenshulp). De arts van het
Steunpunt onderzoekt de afwegingen die tot de wens naar levensbe‘indiging
hebben geleid, met name of de consequenties worden onderkend; hij
gaat na of het besluit zorgvuldig is genomen maar geeft geen oordeel
erover. Bij jonge meerderjarigen zal bijzondere aandacht worden besteed
aan de motivering
- of er geen twijfel is omtrent de wilsbekwaamheid van de hulpvrager;
hierover heeft de arts van het Steunpunt contact met de huisarts en/of
behandelend arts. Verder dient te worden nagegaan of er curatele of
bewind is, of er een financiële noodsituatie is zoals b.v. een
dreigend of reeds aangevraagd faillissement, afpersing, chantage en
dergelijke. Ook moet worden nagegaan of er geen ernstige psychiatrische
voor-geschiedenis is (volgens de normen van het algemeen aanvaard
DSM, het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) die
de weloverwogenheid van het verzoek in twijfel trekt. Bij onzekerheid
hieromtrent kan de arts van het Steunpunt een psycholoog of psychiater
consulteren voor een "second opinion".
- of een schriftelijke wilsverklaring is opgesteld waarin om medische
hulp bij onverhoopte complicaties wordt gevraagd (verzoek om euthanasie,
bij noodzaak)
- of er afspraken zijn gemaakt omtrent beschikbaarheid van een arts
rond het tijdstip van innemen van het middel
- of de directe omgeving van betrokkene is geïnformeerd en, indien
nodig en gewenst, kan worden bijgestaan (nazorg voor de naasten)
N.B. Hoewel
grote zorgvuldigheid gewenst is, kan moeilijk van de aanvrager worden
verwacht dat hij, kort voor zijn zelfgekozen levensbeëindiging,
dus in een zeer ernstige, zorgelijke gemoedstoestand, terwille van
de zorgvuldigheid, een groot aantal "administratieve horden"
zou moeten nemen. In de meeste gevallen zou het contact tussen een
meerderjarige, wilsbekwame hulpvrager met zijn meelevende (huis)arts
en het Steunpunt, voldoende moeten zijn om de zorgvuldigheid van het
verzoek vast te stellen en om een perspectiefloos leven vrijwillig
en op een humane manier te mogen be‘indigen.
Verantwoordelijkheid
De verantwoordelijkheid
voor het zelfgekozen sterven ligt natuurlijk bij de hulpvrager. Het
Steunpunt heeft een dienstverlenende rol. De arts van het Steunpunt
geeft, na uitvoerige controle op zorgvuldigheid, motivering en wilsbekwaamheid,
(zie boven), toestemming voor verstrekking van het middel. Het uitschrijven
van een recept kan zowel door deze arts als door de (huis)arts van
de hulpvrager worden gedaan, maar het Steunpunt zou wettelijk mede
aansprakelijk moeten zijn. Gezien deze aansprakelijkheid zal verstrekking
van middelen alléén na de beoogde wetswijziging kunnen
plaats vinden. Het Steunpunt zou dan door de overheid als legale verstrekker
van thanatica erkend moeten worden. Blijft de vraag hoe gehandeld
moet worden in de tijd tot de beoogde wetswijziging. Het kan niet
juist zijn dat in die periode een groot aantal mensen gedwongen zal
worden tot een niet-humane, gewelddadige dood dan wel tot een verplichte
voortzetting van een niet langer gewenst leven. De SVL is van mening
dat in de genoemde interim-periode, een gedoogbeleid van de overheid
(zoals in recente jaren voor de euthanasie wordt toegepast) de enige
juiste oplossing zou zijn.
Risico's
Er kan
een aantal maatregelen worden genomen om oneigenlijk gebruik van thanatica
zo veel mogelijk te voorkomen. Deze maatregelen zijn gericht tegen
zowel impulsief handelen als tegen misbruik (criminaliteit).
- het thanaticum zou uit een combinatie van verschillende middelen
kunnen bestaan; het zou braakverwekkend kunnen zijn en slechts worden
verdragen als gedurende één of meer dagen eerst een
antibraakmiddel werd ingenomen. (als voorzorg tegen impulsiviteit).
- het middel zou dusdanig "gemerkt" kunnen worden dat, na
inname, sporen ervan nog geruime tijd in het lichaam zijn aan te tonen
(tegen criminaliteit).
- er worden harde afspraken gemaakt met de verstrekkende apotheker
over tijdstip en methode van leveren alsmede over het terug bezorgen
van middelen wanneer deze niet zijn ingenomen.
N.B. Een
overheid die na adequate wetswijziging de verstrekking van middelen
door een Steunpunt sanctioneert, zal een zeker risico moeten accepteren.
Een dergelijke acceptatie is niet uitzonderlijk. Er zijn talrijke
voorbeelden te geven van "voorwaarde-scheppend" handelen
van de overheid waarbij aanzienlijke risico's worden aanvaard: er
worden immers vergunningen voor vuurwapenbezit uitgegeven, rijbewijzen
verstrekt en TBS-bestraften krijgen proefverlof. In dergelijke gevallen
zal het wel eens voorkomen dat er slachtoffers vallen; het zijn risico's
die door de wetgever en de samenleving worden aanvaard. Zelfs het
uitoefenen van de geneeskunst door van overheidswege bevoegde medici
kan incidenteel tot dodelijke ongelukken leiden.